Vijf vaardigheden

Kinderen leren in dit project deze vijf belangrijke vaardigheden voor sociaal-emotioneel leren:

Besef van jezelf

Deze vaardigheid helpt kinderen om zichzelf nog beter te leren kennen. Ze weten waar ze goed in zijn. Ze krijgen meer vertrouwen in zichzelf en herkennen emoties zoals boosheid, verdriet, frustratie en andere gevoelen. Ze kunnen en ook vertellen wat ze voelen.

Zelfmanagement

Plotseling ontzettend boos worden… Iets zomaar kapotmaken… Dat wil natuurlijk niemand. Gelukkig kunnen we leren om wat we denken en doen onder controle te houden. Dat is belangrijk, want dan kun je een ruzie of probleem beter oplossen.

Besef van de ander

Iedereen is anders. Dat geldt ook voor wat kinderen voelen, denken en doen. Uw kind leert zich verplaatsen in anderen, begrijpen lichaamstaal en herkennen overeenkomsten en verschillen. Zo kunnen ze hun eigen gedrag aanpassen aan dat van anderen.

Relaties hanteren

Sociaal gedrag is belangrijk. Zo kun je vriendschappen beter onderhouden en probleemgedrag en uitsluiting – bijvoorbeeld door pesten – voorkomen. Goed omgaan met anderen betekent ook dat je niet alles doet wat de groep wil. Je ontwikkelt een eigen mening en durft die ook te uiten.

Keuzes maken

Je moet de hele dag keuzes maken. Grote en kleine. Wat is goed voor mij? Wat is goed voor een ander? Wat is goed voor ons samen? Wat moet ik doen om voor een gezellige sfeer thuis en op school te zorgen? Hoe blijft het veilig in de buurt? Dat leren kinderen met de vaardigheid: keuzes maken.